Het Oekraïense leger heeft zich na maanden van strijd teruggetrokken uit een buitenwijk van Tsjasiv Jar, een strategisch belangrijke plaats in de regio Donetsk.
“De posities van onze verdedigers zijn vernietigd. Bombardementen en artilleriebeschietingen hebben het veranderd in een maanlandschap”, zei een woordvoerder van de legergroep ter plaatse.
Het zou geen zin meer hebben om dit stadsdeel te behouden. “Het spijt me dat we geleidelijk aan terrein moeten prijsgeven”, zegt de plaatselijke Oekraïense commandant. “We kunnen niet behouden wat vernietigd is.”
Volgens hem strijden de Oekraïners in dit gebied tegen een tien keer grotere Russische troepenmacht, die ook nog over veel meer wapens en munitie beschikt. De teruggetrokken Oekraïners hebben in en rond Tsjasiv Jar nieuwe posities ingenomen.
Bachmoet
Het stadje telde voor de oorlog 12.000 inwoners. Die zijn vrijwel allemaal vertrokken. Tsjasiv Jar ligt nog geen 20 kilometer westelijk van Bachmoet. Die stad viel vorig jaar mei na tien maanden van een zeer heftige en bloedige strijd in Russische handen.
Dit voorjaar werd de aanval op Tsjasiv Jar ingezet, de volgende stap van de Russen om het nog niet veroverde deel van de regio Donetsk in handen te krijgen. President Poetin noemde de verovering van deze regio in september 2022 een van de belangrijkste doelen van deze oorlog.
Nieuwe brigades
Volgens de Amerikaanse denktank Institute for the Study of War (ISW) doet Oekraïne zijn best om het tekort aan manschappen aan te pakken. Voor het stoppen en terugdringen van de Russen is het volgens het ISW cruciaal dat het Westen op tijd de goede wapens levert.
Om een tegenoffensief in te zetten heeft Oekraïne volgens president Zelensky snel nieuw zwaar materieel nodig, zoals gepantserde personeelsvoertuigen, tanks en zware artillerie. Daarmee worden tien nieuwe brigades uitgerust, die elk uit enkele duizenden militairen bestaan.